maandag 12 april 2010

Omgangsrecht tussen grootouders en kleinkinderen


Grootouders hebben - in de ideale situatie - contact met hun kleinkinderen via hun contact met hun samenlevende (schoon-)kinderen. Wanneer de ouders van een kind scheiden, kan het omgangsrecht van de grootouders worden bemoeilijkt door een van hen.

Echter zelfs bij samenwonende ouders kunnen er discussies ontstaan inzake het omgangsrecht van de grootouders, omdat het contact tussen de grootouders en hun kinderen verstoord is of omdat de grootouders een probleem hebben met de partner van het kind of vice versa.

Wanneer grootouders scheiden, kiezen de kinderen vaak partij voor één van hen, waardoor de andere grootouder belemmerd kan worden in de omgang met het kleinkind.

Tenslotte komt het omgangsrecht van grootouders soms in het gedrang wanneer hun (aangetrouwd) kind komt te overlijden en de andere oudere ouder een nieuwe relatie aangaat.

Artikel 375bis Burgerlijk Wetboek stelt :
(...)“de grootouders hebben het recht persoonlijk contact met het kind te onderhouden. Hetzelfde recht kan aan ieder ander persoon worden toegekend, indien hij aantoont dat hij met het kind een bijzondere affectieve band heeft. Bij gebreke van een overeenkomst tussen partijen, wordt over de uitoefening van dit recht in het belang van het kind op verzoek van de partijen of van de procureur des konings beslist door de jeugdrechtbank."

Enkele veelgestelde vragen :

Hebben grootouders het recht om hun kinderen te zien ?
Grootouders hebben het recht om in contact te blijven met hun kleinkind. Hierbij is enkel de afstamming van belang. Of de kinderen of kleinkinderen geboren zijn binnen een huwelijk, is zonder belang. Wel dient natuurlijk de afstammingsband wettelijk vastgesteld te zijn.

Hebben grootouders van een geadopteerd kind recht op omgang ?
Bij volle adoptie wordt de band met de oorspronkelijke familie verbroken en wordt het geadopteerde kind gelijkgesteld met een kind geboren uit het huwelijk van de adoptant. Volgens de strikte interpretatie van de wet zouden de natuurlijke grootouders van het geadopteerde kind hun recht van omgang met hun kleinkind verliezen door de adoptie. Dit menselijk drama gaf aanleiding tot een rechtzaak. De rechtbank corrigeerde deze onbillijkheid en stond een omgangsrecht aan de natuurlijke grootouders toe. Dit omgangsrecht voor de natuurlijke grootouders wordt thans algemeen door de rechtspraak aanvaard.

Uit de praktijk: Een dame diende op korte tijd het overlijden van haar echtgenoot en haar dochter te verwerken. Haar kleinkind werd hierna geadopteerd door haar schoonzoon en diens tweede echtgenote, die elk omgangsrecht met de grootmoeder weigerden. De rechtbank diende tussen te komen en stond de natuurlijke grootmoeder een bezoekrecht toe. Ondanks dit vonnis bleef de vader en de stiefmoeder van het kind elke omgang met de grootmoeder onmogelijk te maken. Om hen tot betere gedachten en bezinning aan te zetten veroordeelde de Vrederechter de onwillige adoptanten tot een schadevergoeding aan de grootmoeder.


HOE WORDT DIT PERSOONLIJK CONTACT GEREGELD ?
In de eerste plaats wordt verondersteld dat grootouders en ouders een overeenkomst afsluiten m.b.t. het contact tussen grootouders en kleinkinderen. Indien geen overeenstemming kan bereikt worden kunnen de grootouders zich tot de rechtbank wenden om een persoonlijk contact te bekomen.

Om dit omgangsrecht te verkrijgen, dienen de grootouders geen bijzondere redenen in te roepen. Maar de uitoefening van dit omgangsrecht kan ontzegd worden wanneer deze omgang strijdig zou zijn met het belang van het kind. In concreto betekent dit dat het parket, de rechtbank of ook de tegenpartij tot afwijzing van het omgangsrecht zou kunnen beslissen wanneer gevreesd wordt dat een contact tussen grootouders en kleinkinderen schadelijke gevolgen zou hebben voor het kind. Naast zware misdrijven zou dit gemotiveerd kunnen worden door:

- een jarenlange afwezigheid van belangstelling,
- uit de hand gelopen conflicten tussen ouders en kinderen, waarbij het te vrezen valt dat de kleinkinderen bij de uitoefening van het grootouderlijk omgangsrecht zouden gebruikt worden of de facto met dit geschil zouden geconfronteerd worden.
- misbruik van het omgangsrecht waarbij gevreesd wordt dat het grootouderlijk omgangsrecht zou misbruikt worden om de verstandhouding tussen kleinkind en ouders te verstoren …
- de vaststelling dat het grootouderlijk omgangsrecht misbruikt wordt om het kind terug in contact te brengen met een ouder die door de rechter reeds ontzegd was van elk recht tot omgang (bv. na seksueel misbruik).

In de praktijk worden hierover vaak zeer verhitte discussies gevoerd waardoor het van geval tot geval aangewezen is dat u een advocaat raadpleegt die u vooraf advies kan geven m.b.t. de kansen in de procedure en u zo nodig in deze procedure kan bijstaan. Een advocaat-bemiddelaar in familiezaken kan eveneens een bemiddelende rol vervullen teneinde het contact tussen grootouders en kleinkinderen te herstellen.

2DE RANGS RECHT
Het recht op persoonlijk contact van de grootouders is een recht in 2de rang ten aanzien van het omgangsrecht van de ouders. Dit betekent dat principieel de grootouders een recht van omgang zullen dienen uit te oefenen met een kleinkind tijdens de periode dat hun kind omgangsrecht uitoefent. De rechter kan evenwel een autonoom omgangsrecht toestaan. Dit wil zeggen een eigen omgangsrecht in een eigen periode los en onafhankelijk van de tijd dat hun kind een omgangsrecht uitoefent. Dit zal bv. het geval kunnen zijn wanneer het eigen kind slechts een beperkt omgangsrecht heeft (bv. 1 weekend op 2) maar vooral wanneer het belang van het kind dit zou vereisen.

Wanneer het eigen kind van de grootouders een ongedwongen contact met het kleinkind verhindert tijdens de periodes waarin het eigen kind een omgangsrecht heeft, zullen de grootouders aanspraak kunnen maken op voormeld autonoom omgangsrecht.
Zelfs wanneer hun eigen kind geen omgangsrecht zou hebben, kunnen de grootouders nog steeds aanspraak maken op een recht op persoonlijk contact.

DUUR VAN HET GROOTOUDERLIJK OMGANGSRECHT:
In heel wat gevallen zal de rechter oordelen dat het grootouderlijk omgangsrecht uitsluitend dient uitgeoefend te worden tijdens de periode waarin hun eigen kind een omgangsrecht uitoefent over het kleinkind. Soms zal de rechter evenwel oordelen dat hierdoor de last ongelijk verdeeld wordt waardoor er een beperkt aanvullend autonoom omgangsrecht verleend wordt van bv. een halve dag om de 2 maand. De rechter kan ook de last verdelen tussen beide ouders. De rechter bepaalt dan een autonoom omgangsrecht voor de grootouders zonder zich te bekommeren bij wie het kind zich op dat ogenblik bevindt.

Sommige rechters verzetten zich tegen langere periodes en overnachtingen gezien dit een inmenging zou kunnen betekenen in de opvoeding. Nochtans zijn er ook heel wat uitspraken gekend waarbij er wel degelijk een recht op uitgebreider omgangsrecht wordt toegestaan. Er zijn verscheidene uitspraken van jeugdrechters te Brussel en te Mechelen die aan grootouders 1 weekend per maand toestaan.

In bepaalde gevallen wordt zelfs een beperkt deel van de schoolvakanties aan de grootouders toegestaan. Bij deze situaties is de voorafgaande situatie tussen ouders en kleinkinderen vaak bepalend om een dergelijk uitgebreider omgangsrecht toe te staan. Zo werd reeds herhaaldelijk geoordeeld dat een uitgebreider omgangsrecht kan toegestaan worden aan de grootouders omdat zij reeds in het verleden reeds heel wat taken van de ouders hadden overgenomen en/of omdat de kleinkinderen meer bij hen dan bij hun kinderen verbleven. Cruciaal bij de behandeling van de zaak is steeds het belang van het kind en de correcte volledige voorstelling en van de grootouderschapsband door de pleitende advocaat.

De rechter zal ook rekening houden met de gebeurlijke veelheid aan omgangsrechten die over één en hetzelfde kind worden uitgeoefend hetgeen voor een kind wel eens bijzonder verwarrend kan zijn.

De bevoegde rechtbank om over de vraag tot het bekomen van een grootouderlijk omgangsrecht uitspraak te doen, is de jeugdrechtbank. De procedure wordt ingeleid met een verzoekschrift. De grootouders kunnen evenwel ook tussenkomen in de echtscheidingsprocedure van hun kinderen teneinde alsdan voor de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in kort geding hun recht op persoonlijk contact te horen en zien vaststellen.

Meer info voor grootouders : Grootouders Site

2 opmerkingen:

Alanis zei

ik had graag meer informatie gehad in het geval een kind overlijd en de ouders van dat kind rechten willen over hun kleindkind. In dit artikel gaat het meer over het geval van scheidingen

Alanis zei

het artikel spreekt vooral over het recht van omvang in geval van echtscheiding van de kinderen. Wat in het geval er een kind overleden is, wat is dan het recht van de grootouders over hun kleinkind?